25 sep De impact van het coronavirus en de financiële maatregelen
De coronacrisis raakt ons allemaal, maar het stipt daarnaast nog eens extra aan hoezeer we van elkaar afhankelijk zijn voor wat betreft onze veiligheid en ons welzijn. Zo benoemde de koning in de troonrede expliciet dat de moord op advocaat Derk Wiersum nog eens onderstreept hoezeer georganiseerde criminaliteit de maatschappij ondermijnt. Met alle onzekerheid is het belangrijk dat we kunnen rekenen op een sterke rechtsstaat. Het kabinet zal om die reden in 2021 een extra bedrag van € 141 miljoen ter beschikking stellen om de criminele (drugs)industrie te bestrijden en de samenleving weerbaarder te maken tegen crimineel geld, bedreigingen, intimidaties en liquidaties. Na 2021 is dit structureel € 150 miljoen, zodat het breed offensief hiertegen structureel kan worden uitgebouwd.
Verder wordt voor de rechtzoekende ingezet op:
- een betere toegang tot het recht;
- een breder aanbod van online dienstverlening, en;
- rechtzoekenden worden ook écht verder geholpen door bijvoorbeeld de mediationwet, waarbij zowel de kwaliteit als het gebruik van deze soort geschiloplossing wordt gestimuleerd. Dit wetsvoorstel was er in 2013 ook al, maar werd in 2015 door toenmalig minister van Justitie en Veiligheid Van der Steur weer ingetrokken.
Daarnaast komt er € 45 miljoen vrij om de digitalisering van de strafrechtketen verder uit te bouwen. Ook krijgen sociaal advocaten in 2021 een tijdelijke toelage. Tot slot heeft de coronacrisis ook gezorgd voor een achterstand binnen de rechtsspraak doordat veel rechtszaken geen doorgang hebben kunnen vinden. Om deze achterstanden weg te werken wordt in 2021 € 40 miljoen beschikbaar gesteld. Om elk jaar meer zaken te kunnen behandelen komt daarnaast voor de justitiële en asielketen elk jaar € 356 miljoen beschikbaar.
Corona
De impact van het coronavirus en de financiële maatregelen
In het jaar 2020 stond de derde dinsdag in september voor een groot deel van de troonrede, de miljoenennota, het belastingplan en de rijksbegroting in het teken van het coronavirus. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de NOW-regeling, de vrijstelling van belastingheffing voor de TOGS en Subsidie vaste lasten (TVL), de vrije ruimte voor de werkkostenregeling en een zorgbonus voor zorgmedewerkers. Het derde steunpakket, dat van toepassing is van 1 oktober 2020 tot en met 30 juni 2021, werd ook veelvuldig aangehaald met onder andere de NOW, Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers), TVL (Tegemoetkoming Vaste Lasten mkb), belastinguitstel mogelijkheden en investeringsmogelijkheden.
Het wetsvoorstel Invoeren van een vrijstelling voor de TOGS en de Subsidie vaste lasten (TVL) zorgt ervoor dat de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) en de Subsidie vaste lasten niet worden aangemerkt als winst. Gevolg is dat hierover geen inkomsten- of vennootschapsbelasting hoeft te worden betaald. De Subsidie vaste lasten (TVL) is de opvolger van de TOGS. Daarnaast stelt het kabinet voor om de vrije ruimte van de werkkostenregeling aan te passen. Op dit moment is de vrije ruimte bij een loonsom tot € 400.000,- 1,7% en bij een loonsom vanaf € 400.000,- 1,2%. Dit wordt in 2021 bij een loonsom tot € 400.000,- verhoogd naar 3% (tijdelijk) en bij een loonsom vanaf € 400.000,- verlaagd naar 1,18% (niet tijdelijk). Binnen de vrije ruimte kunnen werkgevers onbelast vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers geven. Daarnaast ontvangen zorgmedewerkers in 2020 een netto bonus van € 1.000,-. In 2021 ontvangen ze een netto bonus van € 500,-.
In ons Totaaloverzicht vind je de looptijden van alle coronamaatregelen terug.
Praktische vertaling
Het coronavirus zorgt ervoor dat ook de juridische dienstverlening anders te werk gaat; meer op afstand en digitaler. Daarnaast worden de coronamaatregelen steeds meer vastgelegd. Denk hierbij aan de TOGS, vennootschapsbelasting en de verhoogde vrije ruimte. Als advocaat of jurist zul je dus op basis van de wet meer zaken kunnen afdwingen voor jouw cliënten.
Arbeidsrecht
De gevolgen van de coronacrisis brengen met zich mee dat veel mensen hun baan of bedrijf kwijt zijn geraakt of kwijtraken. Dit levert verschillende arbeidsrechtelijke gevolgen op. Denk bijvoorbeeld aan de NOW-regeling en aan omscholing. Vanaf 2021 wordt er daarom met het aanvullende steunpakket € 1,4 miljard extra in omscholing geïnvesteerd. Dit hangt samen met de Wet flexibel werk (Wfw) en Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML), waarbij werknemers het recht hebben flexibeler te werken en werkgevers plichten hebben op het gebied van minimumloon en vakantiebijslag. Hierdoor wordt het eenvoudiger om je om te scholen.
Het kabinet verlengt de NOW-regeling en dus de steun aan bedrijven, zelfstandigen en werkenden vanaf 1 oktober 2020 met 9 maanden. Het eerste subsidieblok mag worden aangevraagd vanaf 16 november 2020. De 9 maanden bestaan uit drie tijdvakken:
Tijdvak 1 | Tijdvak 2 | Tijdvak 3 | |
Tijdvak | okt – dec 2020 | jan – mrt 2021 | apr – jun 2021 |
Omzetverlies | Minimaal 20% | Minimaal 30% | Minimaal 30% |
Vergoedingspercentage | Maximaal 80% | Maximaal 70% | Maximaal 60% |
Loonsommen aanpassen | 10% van de loonsom | 15% van de loonsom | 20% van de loonsom |
Ook werknemers boven de pensioengerechtigde leeftijd vallen onder de regeling. Wanneer je loonkostensubsidie ontvangt voor werknemers die je om bedrijfseconomische redenen hebt ontslagen, moet je deze voor 100% terugbetalen. De vaste opslag van 40% bovenop de loonsom, om onder meer werkgeverslasten te compenseren, blijft bestaan.
Praktische tip voor Arbeidsrecht en Ondernemingsrecht
Bedrijven die gebruikmaken van de verlenging van de NOW-regeling mogen over 2020 geen winst meer uitbetalen aan aandeelhouders of bonussen geven aan het bestuur en directie. Ook mogen ze geen eigen aandelen meer inkopen. Bonussen aan werknemers volgens het standaard bonussysteem zijn nog wel toegestaan.
Wanneer je als werkgever gebruikmaakt van de NOW-regeling moet je je werknemers stimuleren om ontwikkeladvies aan te vragen of scholing te volgen. Hier moet je als werkgever een verklaring over afleggen. Als advocaat of jurist kun je hier dus voor jouw cliënten (werknemers) achteraan gaan of het melden bij jouw cliënt die bijvoorbeeld ondernemer is. Het kabinet trekt € 50 miljoen uit voor omscholing van personeel via het programma NL Leert Door. Dit bestaat uit ontwikkeladvies en online scholing. Op 2 september 2020 is bekendgemaakt dat het maximaal aantal inschrijvingen voor ontwikkeladvies al was bereikt en de pot dus leeg was. Voor 2021 stelt het kabinet wel weer extra budget voor ontwikkeladviezen beschikbaar. Het onderdeel over Online scholing zal ook nog verder worden uitgewerkt en hangt samen met het STAP-budget.
Om werkloosheid tegen te gaan vindt het kabinet het belangrijk dat mensen inzetbaar blijven voor werk. DUO en het UWV willen daarom op 1 januari 2022 het STAP-budget invoeren. Via het STAP-budget krijgt een grote groep mensen een persoonlijk ontwikkelbudget van maximaal € 1.000,- voor opleidingen, cursussen en trainingen. Ook wordt de regeling Tijdelijk scholingsbudget UWV 2019 met een jaar verlengd.
Daarnaast stelt het kabinet geld beschikbaar voor omscholing richting zogeheten tekortberoepen. Dit zijn beroepen waarvoor in het mkb een tekort aan mensen bestaat. Het kabinet stelt voor om de vrijstelling scholingskosten ook mogelijk te maken voor ex-werknemers. Door de vrijstelling scholingskosten hoeven werkgevers geen loonheffing te betalen over vergoedingen voor opleidingen of studies.
Praktische tip
Het kabinet wil dat iedereen blijft leren en zich verder ontwikkelt tijdens het werkende leven; dat vraagt om investeringen. Om werkgevers daartoe aan te sporen, kunnen zij opleidingskosten die hun medewerkers maken voor een opleiding voor een andere functie binnen hetzelfde bedrijf aftrekken van de transitievergoeding.
Praktische vertaling
Als arbeidsrecht advocaat of jurist kun je jouw cliënten blijven bijstaan door te adviseren over mogelijkheden onder de NOW-regeling. Wanneer er onverhoopt toch een verandering komt in de werksituatie van jouw cliënt, kun je hem of haar natuurlijk verder helpen met de toegenomen mogelijkheden van omscholing.
Belastingrecht
Het komende jaar zal er een aantal wijzigingen in de belastingen plaatsvinden. Het belastingplan bestaat uit wijzigingen die invloed hebben op alle burgers, op ondernemers en op het klimaat in verband met het behalen van klimaatdoelstellingen. In dit onderdeel wordt specifiek ingegaan op de belastingwijzigingen die van toepassing zijn op ons allemaal. De belastingwijzigingen voor ondernemers worden bij het thema Ondernemingsrecht behandeld.
De Wet aanpassing box 3 gaat in op 1 januari 2021. De wijzigingen zijn als volgt:
2020 | 2021 | |
Heffingsvrij vermogen | € 30.846,- | € 50.000,- |
Heffingsvrij vermogen fiscaal partners | € 61.692,- | € 100.000,- |
Tarief | 30% | 31% |
Het doel van deze maatregelen is dat personen met een kleiner vermogen minder belasting betalen.
Daarnaast is er de Wet differentiatie overdrachtsbelasting. Het kabinet wil dat starters (tussen de 18 en 35 jaar) vanaf 1 januari 2021 een eenmalige vrijstelling krijgen voor het betalen van de overdrachtsbelasting bij het kopen van een woning. Het doel hiervan is dat starters een betere positie krijgen op de woningmarkt en dat ze makkelijker de kosten koper kunnen betalen. Daarentegen wil het kabinet het tarief van de overdrachtsbelasting voor particuliere beleggers die een woning kopen verhogen. Vanaf 1 januari 2021 is dat tarief 8%. Het kabinet wil dat dit hogere tarief ook voor niet-woningen geldt. Het gaat dan bijvoorbeeld om bedrijfsgebouwen, bedrijfsruimtes, hotels, pensions of stukken grond die bestemd zijn voor woningbouw.
Praktische tip differentiatie overdrachtsbelasting
Is deze maatregel in werking getreden en hebben starters dit jaar een woning gekocht? Dan kan het financieel aantrekkelijk zijn om de overdracht van de woning in 2021 te laten plaatsvinden. Is deze maatregel in werking getreden en heeft een particuliere belegger dit jaar een woning gekocht? Dan kan het financieel aantrekkelijk zijn om de overdracht van de woning in 2020 te laten plaatsvinden.
Het kabinet werkt daarnaast aan verbeteringen in het toeslagenstelsel, met als doel een eerlijker stelsel met meer oog voor de menselijke maat. Dit is het wetsvoorstel Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen. Daarbij kun je denken aan:
- De kinderopvangtoeslag;
- Het matigen van terugvordering;
- De doelmatigheidsgrens;
- Het naar voren brengen van een zienswijze door belanghebbende;
- Het verbeteren van de rechtspositie bij informatieverplichtingen;
- Aanvullende waarborg bij verzuimboete wegens niet nakomen informatieverplichting;
- Verplichting tot informatieverstrekking voor derden en een uitgebreidere motivering in een boeterapport; en
- Het geven van een zienswijze bij oplegging vergrijpboete en de kwijtschelding op termijn.
Daarnaast worden de algemene heffingskorting (met € 22,-) en arbeidskorting (met € 73,-) extra verhoogd. De ouderenkorting wordt in 2021 verhoogd met € 55,-.
In box 1 gelden vanaf 1 januari 2021 de volgende tarieven voor het basistarief van de inkomstenbelasting (wanneer de AOW-leeftijd nog niet is bereikt):
Bij een inkomen van | ||
meer dan | maar niet meer dan | bedraagt het tarief |
€ 0,- | € 68.507,- | 37,10% |
€ 68.507,- | – | 49,50% |
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) wordt in 2021 verlaagd met € 113,-. Vervolgens wordt de IACK in 2022 weer verhoogd met € 77,-. Deze wijzigingen zijn het gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad over de IACK voor ouders die niet samenwonen. Ouders die niet samenwonen kunnen beiden recht hebben op de IACK. Het kind verblijft dan voor een langere periode een aantal dagen van de week afwisselend bij beide ouders. De Hoge Raad heeft bepaald dat hierbij geen minimum per ouder wordt gehanteerd.
Het wetsvoorstel Wet eenmalige huurverlaging huurders met een lager inkomen regelt een eenmalige huurverlaging voor huurders met een laag inkomen en een (te) hoge huur. Het doel is om te voorkomen dat huurders als gevolg van de coronacrisis te duur wonen. De huurverlaging is van toepassing op huurders bij een woningcorporatie waarbij woningcorporaties in principe zelf gehoor moeten geven. Doet de woningcorporatie niets? Dan kan de huurder zelf initiatief nemen en een verzoek indienen tot huurverlaging. De huurder komt in aanmerking voor een huurverlaging als zijn inkomen gedurende de periode in de laatste 6 maanden voorafgaande aan het verzoek lager was dan of gelijk was aan de voor de toepasselijke actuele inkomensgrens voor passend toewijzen.
In het belastingplan is ook aandacht besteed aan de lagere bijtelling voor elektrische auto’s met zonnepanelen. Zo wordt het bijtellingspercentage afgebouwd van 14% in 2020 naar 10% in 2021. Jaarlijks zal dit nog verder worden afgebouwd tot 0% in 2026.
Praktische vertaling
Het belastingplan heeft zich naast de coronagerelateerde wijzigingen ook verder ingezet op de toekomst. Door je als fiscaal advocaat of jurist te verdiepen in de wijzigingen kun je jouw cliënten zo snel mogelijk voorzien van nieuwe mogelijkheden en voordelen uit het nieuwe belastingplan.
Financieel recht
Het thema Financieel recht overlapt grotendeels met het thema Belastingrecht. Daarom gaan we in dit thema nader in op de financiële plannen van het kabinet. Om naast de gevolgen van de coronacrisis ook specifiek aan de toekomst te blijven werken en volgende generaties in een welvarend Nederland te laten wonen, komt er het Nationaal Groeifonds. De koning gaf in de troonrede het volgende aan: “Dit fonds is er voor het toekomstig verdienvermogen van ons land en daarmee voor de welvaart van morgen. Met het fonds wil de regering investeren in kennisontwikkeling, innovatie en infrastructuur.’’ Het kabinet trekt hier de komende 5 jaar in totaal € 20 miljard voor uit.
Nederland wil met dit initiatief namelijk haar koploperspositie op het gebied van innovatie, duurzaamheid en digitalisering behouden. Het is daarbij ook van belang dat bedrijven die leidend zijn op deze gebieden, van klein tot groot, in Nederland blijven investeren. Dat draagt bij aan duurzame groei, werkgelegenheid en kennisontwikkeling. Bovendien is Nederland door de aanwezigheid van mondiale spelers internationaal een serieuze gesprekspartner op deze gebieden. Daarom blijft het kabinet zich dan ook inzetten voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat.
Praktische vertaling
Het Financieel recht kent natuurlijk een grote overlap met het belastingrecht op Prinsjesdag. Daarom is in dit thema extra aandacht gegeven aan het Nationaal Groeifonds. Als advocaat kun je hierin adviseren en bijvoorbeeld zelf blijven inzetten op kennisontwikkeling, R&D, innovatie en infrastructuur. Voor ondernemers kan dit ook een mogelijkheid zijn om in deze moeilijke tijden een boost te geven aan hun onderneming.
Ondernemingsrecht
De zelfstandigenaftrek zal sneller worden afgebouwd dan eerder voorgesteld. Andere wijzigingen die we in het thema Ondernemingsrecht behandelen zijn de aanpassingen van de vennootschapsbelasting en de verhoging van de effectieve innovatiebox. Daarnaast kunnen ondernemers die in hun bedrijf investeren gebruikmaken van een investeringskorting.
Allereerst zal de zelfstandigenaftrek versneld worden afgebouwd. Het kabinet wil met deze versnelde afbouw de verschillen in belastingheffing tussen werknemers en zelfstandigen kleiner maken. Vanaf 1 januari 2021 tot en met 2027 daalt de zelfstandigenaftrek met € 360,- per jaar. In 2021 is de zelfstandigenaftrek € 6.670,-. Vanaf 1 januari 2028 daalt de aftrek met € 110,- per jaar, tot een bedrag van € 3.240,- in het jaar 2036.
Daarnaast wordt de grens in de eerste schijf van de vennootschapsbelasting verhoogd van € 200.000,- in 2020 naar € 245.000,- in 2021. Vanaf 2022 stijgt deze grens naar € 395.000,-. De voorgenomen verlaging in de eerste schijf van 16,5% in 2020 naar 15% in 2021 gaat door. De voorgenomen verlaging in de tweede schijf gaat niet door; dit tarief blijft in 2021 25%.
Door het invoeren van de fiscale coronareserve kunnen ondernemers over de fiscale winst van 2019 een reserve vormen voor het hele of gedeeltelijke corona gerelateerde verlies dat is geleden. Dit verlies houdt verband met de directe gevolgen van de coronacrisis. De coronareserve mag alleen niet hoger zijn dan de winst uit 2019.
Praktische tip
Is de fiscale winst van de onderneming over 2019 nog niet definitief vastgesteld door de Belastingdienst, dan is het nog mogelijk om deze reserve te vormen binnen de fiscale cijfers.
De innovatiebox is ingevoerd om innovatief onderzoek door ondernemers fiscaal aantrekkelijker te maken en om Nederland aantrekkelijk te maken voor innovatieve bedrijven. Vanaf 1 januari 2021 wordt het tarief 9% in plaats van 7%. Alle winsten vanuit innovatieve activiteiten worden tegen dit hogere tarief belast.
Ook worden multinationals vanaf 2021 ‘eerlijker’ belast. Op dit moment kan het zijn dat bedrijven die in Nederland hun winst maken hier geen belasting over hoeven te betalen. Vanaf 1 januari 2021 zal wél belasting betaald moeten worden en kunnen geen kosten van de in Nederland behaalde winst meer worden afgetrokken wanneer het bedrijf in het buitenland te weinig belasting betaalt. In het Klimaatakkoord staat dat bedrijven worden gestimuleerd om te investeren in CO2-reductie. Wanneer bedrijven alsnog te veel CO2 uitstoten, gaan ze een heffing betalen. Alleen de bedrijven die de afgesproken CO2-reductie niet realiseren, riskeren een heffing in 2030 van € 125,- per ton te veel uitgestoten CO2.
Daarnaast is het kabinet aan het kijken naar meer stimulatie voor bedrijven om investeringen te doen met korting, de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK). De BIK wordt nog nader uitgewerkt. Ook wordt uitgewerkt hoe start-ups en scale-ups lokaal beter gesteund kunnen worden.
Praktische vertaling
Het belastingplan en de overige wijzigingen hebben ook specifieke gevolgen voor ondernemers, en dus ook voor het ondernemingsrecht. Wanneer jouw cliënt zelfstandige is, een eigen bedrijf heeft, wil innoveren, een multinational is, investeringen wil doen of een start-up of scale-up is; er zijn met Prinsjesdag veel nieuwe mogelijkheden en voordelen op tafel gekomen.
Sociaal-zekerheidsrecht
In het sociaal-zekerheidsrecht worden cliënten bijgestaan bij arbeidsongeschiktheid, ziekte, pensioen of werkloosheid. Dit thema gaat in op de belangrijkste wijzigingen in dit rechtsgebied. De AOW-leeftijd blijft aankomend jaar hetzelfde, te weten 66 jaar en 4 maanden. Pas in 2024 zal de leeftijd oplopen tot 67 jaar. Veranderingen die nu zijn voorgesteld gaan voornamelijk over pensioenen. Denk hierbij aan het nabestaandenpensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. Daarnaast vinden aanpassingen in de levensloopregeling plaats.
Het kabinet wil het partner- en wezenpensioen vanaf 1 januari 2022 wijzigen. De wijzigingen gelden alleen bij overlijden vóór de pensioendatum. Het partnerpensioen wordt verzekerd op risicobasis; opbouw is niet meer toegestaan. De hoogte van het partnerpensioen is maximaal 50% van het volledige salaris, zonder rekening te houden met een AOW-franchise. De dekking is niet afhankelijk van het arbeidsverleden. Het kabinet wil ook het wezenpensioen wijzigen vanaf 1 januari 2022. Het gaat hierbij om de hoogte van het wezenpensioen dat maximaal 20% is van het volledige salaris, zonder rekening te houden met een AOW-franchise. De dekking is ook hierbij niet afhankelijk van het arbeidsverleden. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot een vaste eindleeftijd van 25 jaar, en voorwaarden zoals het volgen van een studie vervallen.
De AOW-leeftijd blijft gekoppeld aan de levensverwachting, maar op een andere manier. Stijgt de levensverwachting met 1 jaar? Dan stijgt momenteel ook de AOW-leeftijd met 1 jaar. Dit ziet er voor de komende jaren als volgt uit:
Jaartal | Belastbaar inkomen |
2020 | 66 jaar + 4 maanden |
2021 | 66 jaar + 4 maanden |
2022 | 66 jaar + 7 maanden |
2023 | 66 jaar + 10 maanden |
2024 | 67 jaar |
2025 | 67 jaar |
Het kabinet wil het overgangsrecht van de levensloopregeling aanpassen. Het kabinet heeft de levensloopregeling op 1 januari 2012 afgeschaft en momenteel is er een overgangsregeling die loopt tot 1 januari 2022. Via de levensloopregeling konden werknemers een deel van hun brutosalaris sparen voor onbetaald verlof of om eerder te stoppen met werken. Niet de (ex-)werkgever, maar de organisatie waarbij de levensloopregeling is afgesloten, is verplicht om loonheffing in te houden over de waarde van de levensloopregeling op het fictieve genietingsmoment.
Praktische tip
De organisatie kan de loonheffing in mindering brengen op de waarde in de levensloopregeling. Het fictieve genietingsmoment is op 1 november 2021 in plaats van op 1 januari 2022. Hierdoor kan een (ex-)werknemer de belastingheffing voor 1 januari 2022 betalen om hiermee belastingheffing in box 3 te voorkomen. Is op het fictieve genietingsmoment nog sprake van een onbelaste levensloopregeling? Dan wordt de waarde in deze levensloopregeling belast als loon. De standaard loonheffingskorting wordt niet toegepast en er hoeft geen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet te worden betaald.
De kans bestaat dat gesubsidieerde rechtsbijstand in de toekomst niet meer voor iedereen toegankelijk is. Het kabinet wil daarom eind 2024 een nieuw stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand laten ingaan. Via proeven in 2021 wordt het nieuwe stelsel uitgewerkt. Hierbij wordt vooral gekeken naar een makkelijkere toegang tot gesubsidieerde rechtsbijstand, hogere kwaliteit en betere vergoedingen voor professionals, en het voorkomen van de kans dat overheid en burger het niet met elkaar eens zijn. Het kabinet verwacht dat het aantal mensen met problematische schulden en met risico op armoede toeneemt. Daarom wil het kabinet het beleid voor armoede en schulden versnellen en verbeteren. Het kabinet verwacht eind 2020 te weten of dit mogelijk is en neemt dan nadere besluiten.
Op 1 januari 2021 treden de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (WvBVV) en de wijzigingen van de Wet gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs) in. Het doel van de WvBVV is dat iedereen de beslagvrije voet op dezelfde manier berekent. Ook zorgt de wet ervoor dat mensen met schulden niet meer onder het absolute bestaansminimum terecht zullen komen, omdat schuldeisers voortaan van elkaar weten dat ze beslag leggen op hetzelfde inkomen. Het doel van de wijziging van de Wgs is dat mensen met schulden sneller in beeld komen.
Elektronisch derdenbeslag Belastingdienst
De Belastingdienst hoeft beslaglegging niet elektronisch te doen als de organisatie bij wie het beslag loopt een elektronisch adres heeft doorgegeven. Deze uitzondering geldt voor de Belastingdienst, omdat deze dit nog niet kan uitvoeren. Andere organisaties die beslag leggen moeten dit wel elektronisch doen. Dit is een gevolg van het nieuwe beslag- en executierecht. De wijzigingen hiervoor in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Faillissementswet gaan waarschijnlijk in op 1 januari 2021.
Praktische juridische vertaling
Als sociaal-zekerheidsadvocaat of -jurist zorg je ervoor dat cliënten worden bijgestaan bij arbeidsongeschiktheid, ziekte, pensioen of werkloosheid. Om je cliënten van een goed en volledig advies te voorzien is het goed om deze wijzigingen mee te nemen in de praktijk.
Personen- en familierecht
In dit thema vertellen we je meer over veranderingen in bepaalde zekerheden voor personen die in Nederland wonen of werken. Denk hierbij aan de stijgende zorgtoeslag, de inkomensafhankelijke bijdrage en het kindgebonden budget.
De hoge inkomensafhankelijke bijdrage wordt verhoogd naar 7%. De lage inkomensafhankelijke bijdrage wordt verhoogd naar 5,75%. Het kabinet wil vanaf 1 januari 2021 het recht op kinderopvangtoeslag uitbreiden. Met het wetsvoorstel Proportioneel vaststellen wil het kabinet ervoor zorgen dat ouders die voor kinderopvang niet de volledige eigen bijdrage betalen, alsnog recht hebben op kinderopvangtoeslag. De percentages waarmee de toetsingsinkomens voor de kinderopvangtoeslag worden geïndexeerd, worden in 2021 eenmalig verlaagd met 0,6 procentpunt. De koppeling gewerkte uren (KGU) wordt voor de buitenschoolse opvang (BSO) gelijkgesteld aan de dagopvang. Hierdoor krijgen ouders met kinderen op de BSO recht op kinderopvangtoeslag voor 140% van het aantal gewerkte uren van de minst werkende partner. Dit was voorheen 70%. De maximale zorgtoeslag wordt verhoogd naar € 1.292,- per jaar voor eenpersoonshuishoudens en € 2.482,- per jaar voor meerpersoonshuishoudens. Het kindgebonden budget dat ouders ontvangen vanaf het 3e kind wordt verhoogd met € 617,-.
In de tweede helft van 2021 wordt de 13 wekenecho tijdelijk opgenomen in de prenatale screening. Deze tijdelijke opname gaat samen op met een onderzoek naar de uitvoering van de echo. Vanaf 2021 worden ook jongens gevaccineerd tegen het HPV-virus. De leeftijdgrens voor de oproep voor vaccinatie wordt voor iedereen verlaagd naar 9 jaar. Kinderen en volwassenen die de oproep hebben gemist of niet wilden gaan kunnen na hun 14e de vaccinatie alsnog halen.
Praktische juridische vertaling
Personen- en familierecht houdt zich bezig met familiaire zaken als geboorte, afstamming, huwelijk en scheiden. Met de wijzigingen in kinderopvang, toeslagen en geboorte is er in dit thema meer duiding gegeven aan deze wijzigingen, zodat jij dit direct kunt toepassen in de praktijk.
Heeft u vragen n.a.v. bovenstaand bericht of wilt u een risico voorleggen, neem dan gerust contact met ons op! Bel 040 21 11 789 of mail naar info@leve.nl